Zo bescherm je jouw hond tegen vlooien en luizen

Je hond is een trouwe metgezel, altijd blij om je te zien, enthousiast voor elke wandeling en vaak een echt knuffeldier. Maar wist je dat vlooien en luizen het hele jaar door op de loer liggen om jouw hond ongemak te bezorgen? Deze kleine parasieten veroorzaken niet alleen jeuk en irritatie, maar kunnen ook serieuze gezondheidsproblemen veroorzaken. Gelukkig kun je met de juiste aanpak én preventie heel wat ellende voorkomen. In deze blog lees je hoe je jouw hond effectief beschermt tegen vlooien en luizen.

Wat is het verschil tussen vlooien en luizen?

Beide zijn kleine parasieten die in de vacht van je hond leven, maar ze verschillen wel van elkaar.
Vlooien zijn springende beestjes die bloed zuigen. Ze planten zich razendsnel voort en kunnen ook je huis besmetten – denk aan kleden, manden en meubels. Eén vlo kan tot wel 50 eitjes per dag leggen!
Luizen zijn trager, leven alleen op de huid van het dier en zijn soortspecifiek. Je krijgt dus geen luizen van je hond, en andersom ook niet.

De symptomen lijken wel op elkaar: jeuk, krabben, bijten aan de vacht, en in sommige gevallen kale plekken of wondjes.

Hoe bescherm je je hond preventief?

Voorkomen is beter dan genezen. Met een goede, consistente aanpak kun je jouw hond vrijwel vlooien- én luizenvrij houden. Let op de volgende punten:

  1. Gebruik preventieve middelen
    Er zijn verschillende producten op de markt die vlooien en luizen weren of doden voordat ze schade aanrichten. Denk aan:

Let altijd op de dosering en kies producten die passen bij het gewicht en de leeftijd van je hond.

  1. Houd de omgeving schoon
    Vlooien leggen hun eitjes niet alleen op je hond, maar ook in de omgeving. Zorg daarom dat je regelmatig stofzuigt (ook onder banken en kussens), de hondenmand uitklopt of wast, en eventueel vlooienspray gebruikt in huis.
    Ook het wassen van dekens op minimaal 60 graden helpt om eitjes en larven te doden.
  2. Controleer regelmatig de vacht
    Gebruik een vlooienkam om te controleren op kleine zwarte stipjes (vlooienpoep) of levende parasieten. Besteed extra aandacht aan warme plekjes zoals achter de oren, oksels en de liezen.

Wat als je hond toch vlooien of luizen heeft?

Geen paniek, maar wél actie. Behandel je hond zo snel mogelijk met een geschikt middel en behandel tegelijkertijd ook de omgeving. Herhaal dit na 2 tot 4 weken, afhankelijk van het product dat je gebruikt. Vergeet ook eventuele andere huisdieren niet – ook als zij geen klachten hebben.

Bij luizen is een speciale anti-luizenshampoo of spot-on middel meestal voldoende, maar ook hier geldt: blijf herhalen en controleren tot je zeker weet dat alles weg is.

Tot slot

Een gezonde hond is een blije hond – en daar horen ook een schone vacht en huid bij. Met de juiste bescherming tegen vlooien en luizen voorkom je veel ongemak, krabpartijen en bezoekjes aan de dierenarts. Wees er op tijd bij, wees consequent in de preventie en controleer regelmatig. Zo blijft je hond gelukkig, én jij ook.